Het is weer zomer, en dus wekken de zonnepanelen op de daken ook weer veel elektriciteit op. Een mooi moment om opwek door zonnepanelen en teruglevering van elektriciteit eens onder de loep te nemen.
Op de website van milieucentraal (link: https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/zonnepanelen/hoe-werken-zonnepanelen/ ) wordt beschreven hoeveel zonnepanelen per maand opwekken als percentage van de jaaropbrengst. Zo zijn mei, juni en juli tezamen goed voor 39% van de jaaropbrengst, terwijl zonnepanelen in november, december en januari tezamen maar 8% van de jaaropbrengst opwekken. Daarnaast zijn er ook regionale verschillen: gemiddeld kan het westen van het land rekenen op meer zonuren per jaar dan het oosten. Dit is gebaseerd op langjarige gemiddeldes: per jaar kan dit behoorlijk verschillen.
Hoe zit het bij de Energysense-huishoudens die zonnepanelen hebben?
Energysense verzamelt de meterstanden van elektriciteitsverbruik en -teruglevering. Als je zonnepanelen stroom opwekken, verbruik je eerst zelf van die stroom en wat overblijft wordt geregistreerd als teruglevering. Wat geregistreerd wordt als teruglevering is dus niet gelijk aan de opwek van de zonnepanelen: je eigen verbruik is daar al van af. Met de afbouw van de salderingsregeling in zicht, wordt het verbruiken van je eigen opgewekte stroom belangrijker. Hoeveel elektriciteit leveren Energysense-huishoudens met zonnepanelen terug aan het net?
Hieronder zien we de links teruglevering van de Energysense-huishoudens die al voor 2021 zonnepanelen hadden, voor de eerste zes maanden van 2021 en 2022. Er is duidelijk een seizoenseffect te zien: in de wintermaanden wordt er nauwelijks teruggeleverd, en in juni juist heel veel. Maar ook tussen de jaren zit veel verschil, zo is er in maart 2022 veel meer teruggeleverd dan in dezelfde maand het jaar ervoor.
Dat laat zich goed verklaren als we ook naar het aantal zonuren kijken (rechts). Hier zien we het aantal zonuren in De Bilt in dezelfde maanden (bron: KNMI). Deze grafiek laat bijna hetzelfde patroon zien als de grafiek links: zo was maart 2022 inderdaad veel zonniger dan maart 2021.
Maar, zoals gezegd, gebruikt een huishouden eerst zelf de opgewekte stroom en het restant wordt teruggeleverd, dus wat zien we als we kijken naar het elektriciteitsverbruik van deze huishoudens in dezelfde maanden?
Hieronder is links het elektriciteitsverbruik van de huishoudens met zonnepanelen in de eerste zes maanden van 2021 en 2022 te zien, en rechts van huishoudens zonder zonnepanelen. Ook rechts is wel een verschil te zien tussen zomer- en wintermaanden (omdat men ’s winters bijvoorbeeld meer binnen is en de verlichting etc langer aan moet), maar lang niet zo sterk als links. In de zomer wekken de zonnepanelen meer en langer stroom op, waardoor er ook meer van de zelf opgewekte stroom verbruikt wordt. Echter ligt dit ook deels aan dat huishoudens met zonnepanelen vaker een (hybride) warmtepomp hebben dan huishoudens zonder zonnepanelen (13% versus 2%), en dus in de wintermaanden ook stroom verbruiken om te verwarmen.
In het algemeen valt op dat de huishoudens met zonnepanelen gemiddeld meer stroom verbruiken dan huishoudens zonder zonnepanelen. In januari is dit verschil bijvoorbeeld zo’n 400 kWh versus zo’n 250 kWh). Huishoudens met zonnepanelen hebben niet alleen vaker een warmtepomp, ze hebben ook vaker een elektrische auto die thuis wordt opgeladen (14% versus 1%). Ook koken huishoudens met zonnepanelen vaker op elektriciteit: van huishoudens met zonnepanelen kookt 54% op elektriciteit, van de huishoudens zonder zonnepanelen is dit 27%.